Inleiding
Er is een landelijke standaard voor de vrijetijdssector (sector Recreatie & Toerisme) vastgesteld. Op 20 oktober 2009 is deze standaard, waarmee de economische betekenis van recreatie en toerisme wordt gemeten, middels de presentatie van het rapport “De Landelijke R&T Standaard” in het provinciehuis te Utrecht gelanceerd. Voor het eerst is er overeenstemming over de te gebruiken bronnen en de manier van berekenen van de economische betekenis van deze sector. Benchmarking tussen provincies en regio’s is nu beter mogelijk. Daarnaast kan aanvullend onderzoek afgestemd worden op de afbakeningen en definities die in de standaard gebruikt worden.
Aanleiding en uitgangspunten
In 2008 is tijdens de provinciale kennisdag geconstateerd dat er behoefte is aan – en voor het eerst ook in brede kring draagvlak is voor - een landelijke standaard voor het bepalen van de economische betekenis van de vrijetijdssector. Naar aanleiding hiervan hebben zes provincies (Utrecht, Flevoland, Gelderland, Overijssel, Noord- en Zuid-Holland) uit het Interprovinciaal Overleg (IPO) de KennisAs - een samenwerkingsverband van diverse provinciale bureaus op het gebied van toeristische marketing en promotie - de opdracht gegeven een landelijke standaard te ontwikkelen waarmee de economische betekenis van de vrijetijdssector beter meetbaar wordt. Zo wordt ook een betere vergelijking mogelijk van de resultaten: landelijk en tussen de provincies onderling.
De onderzoeksstandaard is totstandgekomen in samenwerking met CBS en het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC). Ook is vanuit het Bureau Economisch Onderzoek van de provincie Gelderland deelgenomen aan de werksessies. De methode is in opdracht van de provincies ontwikkeld door de KennisAs.
De landelijke standaard –die dynamisch van aard is- is er primair op gericht om in de informatiebehoefte van de provincies te voorzien. De meerwaarde van de standaard ligt vooral in de mogelijkheid om de resultaten van een provincie met andere provincies of regio’s en met de landelijke resultaten te vergelijken.
Economische betekenis
De meest gebruikte indicatoren om de economische betekenis van de vrijetijdssector en het zakelijk bezoek te bepalen zijn de bestedingen en de werkgelegenheid. Lisa is als bron van werkgelegenheid gekozen in de landelijke standaard.
Afbakening vrijetijdssector LISA
Midden jaren negentig heeft het Bureau Economisch Onderzoek van de provincie Gelderland o.a. op basis van afbakeningen van het "Nederlands Instituut voor Recreatie en Toerisme (NRIT)", het ministerie van EZ, Kamers van Koophandel een afbakening van de sector Recreatie en Toerisme vastgesteld op vijfcijferig niveau van SBI-codes. De toegepaste indeling blijkt in de jaren daarna door veel provincies – soms met kleine aanpassingen- te zijn gebruikt. In overleg met provincies en CBS is een aantal wijzigingen in het oorspronkelijke schema van Gelderland doorgevoerd. Daarnaast geldt dat de SBI-indeling 1993 inmiddels is vervangen door SBI-2008. Ook is gekeken naar de wegingsfactoren, die zijn in een aantal gevallen aangepast. Een aantal branches die samenhangen met de vrijetijdssector zijn namelijk niet integraal toegerekend aan de toeristisch-recreatieve sector, maar ten dele. Verder is de landelijke afbakening van de vrijetijdssector in een aantal groepen onderverdeeld, namelijk:
- logiesverstrekking
- horeca
- detail- en groothandel
- vervoer
- cultuur, recreatie en amusement
- sport (waaronder de deelsector watersport)
- overig
Rapportagetool
Om de gegevens te kunnen ontsluiten hebben de provincies gezamenlijk aan LISA gevraagd om een rapportagetool te ontwikkelen en deze via de LISA-website ter beschikking te stellen. Met behulp van de rapportagetool kunt u statistieken van de sector Recreatie & Toerisme bekijken en downloaden. De hierboven genoemde wegingsfactoren zijn toepast op het aantal werkzame personen, maar niet op het aantal vestigingen.
Klik hier om naar de online rapportagetool te gaan.