Afname banen en vestigingen van banken

Vrijdag 31 maart 2023

Het is de ‘Week van het geld’, een initiatief van het platform Wijzer in geldzaken. Geld en banken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Nederland kent een aantal grote publieksbanken, waaronder ABN AMRO ASN, ING, Rabobank, SNS, Triodos, De Volksbank, Van Lanschot, Bunq en Knab. Deze selectie van grote publieksbanken is binnen de sector financiële dienstverlening (waaronder ook verzekeringen en pensioenfondsen vallen) goed voor een kwart van alle banen en vijf procent van alle bedrijfsvestigingen.

Halvering bedrijfsvestigingen

Als we de ontwikkeling van het aantal banen en aantal vestigingen van 2011 tot 2021 bekijken, zien we een daling. In 2011 waren er binnen de grote publieksbanken nog 78.500 banen, in 2021 waren dit er 58.100. Het aantal vestigingen is meer dan gehalveerd: van 1.990 vestigingen in 2011, naar 860 vestigingen in 2021. Deze afname is grotendeels een gevolg van de ontwikkelingen in internetbankieren. Deze ontwikkeling is al langer gaande (zie artikel FD). De verwachting is dat traditionele bankkantoren helemaal verdwijnen. De afname in aantal banen is hier ook een gevolg van.

Grootste afname in Zeeland

De afname van het aantal vestigingen van grote publieksbanken is zichtbaar in elke provincie. De afname is in Zeeland met 77 procent het grootst. Maar ook alle andere provincies kennen een afname van meer dan 50 procent van het aantal vestigingen.
Opvallend is dat Noord-Holland en Utrecht een (kleine) stijging van het aantal banen kennen. Een verklaring hiervoor is dat de hoofdkantoren van een aantal banken in deze provincies gevestigd zijn. De banen die gerelateerd zijn aan het internetbankieren zijn waarschijnlijk bij deze vestigingen terechtgekomen, terwijl banen bij (regionale) kantoren met een publieksfunctie steeds meer verdwijnen.

In alle overige provincies nam het aantal banen af. In Zeeland is de afname van banen het grootst. In die provincie is het aantal banen bij grote publieksbanken tussen 2011 en 2021 met 79 procent afgenomen. Andere provincies met een grote afname (meer dan 50%) zijn Gelderland, Flevoland en Limburg. Dit is in lijn met bevindingen van het CBS dat stelt dat banen in de kennissector (waar banken onder vallen), ongelijk zijn verdeeld over het land en zich steeds meer concentreren in de Randstad.

In deze analyse staan vestigingen in de bankensector centraal. Deze zijn afgebakend als de SBI-categorieën 64191 – Coöperatief georganiseerde banken64193 – Spaarbanken en 64194 – Algemene banken. Binnen deze groep is een selectie gemaakt van de grote publieksbanken. In de figuren zijn de aantallen vestigingen afgerond op tientallen en de banen op honderdtallen.

ga snel naar
VOOR FEITEN EN CIJFERS OVER WERKGELEGENHEID